Route en andere feiten
San Agustin de Valle Fertil, 2015 km, edit: La Quiaca, 3658 km
Voor hen die geïnteresseerd zijn in feiten over onze reis volgt hier wat meer informatie:
San Agustin de Valle Fertil, 2015 km, edit: La Quiaca, 3658 km
Voor hen die geïnteresseerd zijn in feiten over onze reis volgt hier wat meer informatie:
La Quiaca, 3658 km
Al enkele weken drongen Argentijnen die wij ontmoetten er op aan om bij het reizen door de Quebrada de Humahuaca zeker een detour te maken naar Iruya.
Op 10 september is het zover, wij gaan op pad naar Iruya, het is alleen niet zo eenvoudig om daar te komen: De enige weg, die begaanbaar is met vervoermiddelen anders dan een paard of een ezel, gaat over een pas van 4000 meter hoog.
› Lees verder
Chepes (Ar), 1816 km
175 kilometer geleden verlieten wij het asfalt, niet wetende wat voor wegen ons te wachten stonden.
Wij beschikken over diverse soorten bronnen om onze route te bepalen.
- Lisette heeft thuis al veel onderzoek gedaan, onder andere op basis van reisverhalen van anderen (op internet)
- Een reisgids (Footprint)
- Een ’Nelles’kaart
- Een ’Reise know-how’kaart
- Informatie van lokale Argentijnen
Om vanuit de Valle Traslasierra naar het westen te komen waren grofweg drie mogelijkheden, waarvan er twee uit een ’rode weg’ bestaan en één uit een rechtstreekse ’gele weg’.
› Lees verder
Emilia, 884 km
Vandaag hebben wij het toeristische gebied van Entre Rios verlaten. We nemen de eerste mogelijkheid ten noorden van Santa Fé om naar het westen te gaan en fietsen 60 kilometer over ‘tierra’, dat is slechter wegdek dan ‘ripio’.
vrijdag 5 mei 2006.
Op donderdag 6 juli 2006 vertrekken wij (Lisette en ik) naar Argentinië om drie-en-een-halve maand door Zuid Amerika te fietsen.
Ons eerste idee was om van Buenos Aires [Argentinië] naar Lima [Peru] te fietsen. Dat is een mooi begin- en einddoel, een grote (haven)stad – aan zee. Maar naar alle waarschijnlijkheid is de route van BA naar Lima te lang om ’relaxed’ in drie-en-een-halve maand af te leggen.
Het eindpunt ligt nu waarschijnlijk ergens op de Altiplano in Bolivia, al is een afdaling naar Arica in Chili ook wel aantrekkelijk, en op die manier toch ’coast-to-coast’ te fietsen
In het gekoppelde PDF bestand is de voorlopige route te zien.
routekaart
domingo 10 juli 2005
Valle de Cabuerniga – Arija
afstand: 69,8 kilometer
sábado 9 juli 2005
Santander – Valle de Cabuerniga
afstand: 73,7 kilometer
Dagboekfragment
(…) Dan gaat het omhoog naar de Portillo de Lunada. Vanochten op ±450 m hoogte begonnen en we moeten naar 1350 m. De klim gaat geleidelijk en heeft mooie vergezichten.
We hebben ook de eerste echte aanvaring met twee honden. Pim jaagt ze weg met gegrom en één van hen heeft waarschijnlijk een trap gekregen (met schoenplaatje). We komen zoals gebruikelijk in de bergen ook wielrenners en padvinders tegen. In Rio Trueba waar we koffie en cola drinken, oefenen wat kinderen een loopje met castagnettes voor het dorpsfeest van volgende week.
Tijdens de klim zien we aan de andere kant van de coll de wolken al hangen. Dit is zowel coll, provinciegrens als klimaatscheiding. Boven waaien de wolken naar ons toe en doen we wat extra’s aan en voor de laatste keer de helmen op. De afdaling is schitterend, ondanks de wolken. Het is veel groener dan aan de andere kant.
Na San Roque blijkt er bij de rivier toch een kleine camping te zijn. Er staan twee Nederlanders die met dezelfde bus teruggaan. Het begint na korte tijd wat te miezeren, dus we bivakkeren onder de tarp.
Dagboekfragment
Ook vandaag was een zogenaamde ‘rustdag’. We kwamen traag op gang en koersten toen richting de Cañon waar we een goed verhaal en mooie plaatjes van op internet gezien hadden. In Hontaria del Pinar vroegen we een aantal locals de weg, nadat we verkeerd waren gereden. Zij en ook nog de aanwezig bordjes, leidden ons ín de cañon in plaats van erlangs.
De rivier zelf was voorlopig afwezig. Het pad bij tijd en wijle ook. We moesten regelmatig van oever wisselen om een matig tot slecht pad te kunnen volgen. Dat betekent iedere keer door een stenige dan wel zandige rivierbedding ploeteren. Intussen groeien de zijkanten van de rivier soms uit tot hoge rotsen.
Na bijna een uur ploeteren komen we een stel aardige Basken tegen die goed Engels spreken en een aantal keren in NL zijn geweest. Ze hebben zoals veel Spanjaarden een tweede huisje, in Vinuesa. We krijgen paraguajo’s te proeven, een soort perziken. Ze vertellen dat het pad na de brug van de zeven ogen beter wordt. Dat is ook zo.
Inmiddels zitten we wat krap in het water, mede omdat we vergeten zijn dat er nog een pak zumo de naranja in mijn achtertas zit. Het wegje wordt inderdaad makkelijker en komt al snel bij een bron, een buis die in een soort vijver uitkomt.
De cañon wordt steeds spectaculairder en er komt water in de rivier te staan. De rotsen zijn veelkleurig en er zitten gaten en bogen in. Steeds meer gieren circelen boven ons hoofd en voeren jongen die op de hoge terrassen in de rotsen zitten. (…)
Ondertussen tikste de klok door en begon het er steeds sterker naar uit te zien dat we niet voor donker thuis zouden zijn. Vanaf het begin van de cañon was het nog zeker 40 km naar Quitanar en het beste was er bij beiden wel vanaf. De enige lamp die we bij ons hadden was de achterlamp van Lisette en we hadden de nodige recekterende Ortlieb gadgets aan onze fiets hangen. Nadat we in San Leonarde de Yague een ijsje hebben gegeten en we het korte onverharde wegje door het bos niet konden vinden, waardoor we nog 10 km extra moesten fietsen, was het halverwege het bos donker en moesten we nog ruim 10 km. (…)
Om 23:00 uur waren we terug op de camping, alwaar we nog een drankje en een bocadillo de tortilla nuttigden, die heerlijk smaakte, om daarna in een diepe slaap te vallen.